Hoe ze al weken. En hoe ze daar naar uitkeken. Hoe hij zijn vinger, weifelend. Haar trillende lippen, zijn hals. Hoe ze dan. In volledige stilte. Hoe de kamer zich vulde, traag, met zacht. Met blikken – gedurfd broos. Hoe ze elkaar naderden, omcirkelden, langzaam indamden tot intiem een werkwoord was. Hoe ze elkaar omsloten, voorzichtig dronken, de woorden wogen, glimlachjes prikten in het landschap van hun samenzijn. Hoe de tijd hun enige vijand leek, en de ontdekkingstocht een hefboom naar dit afgezonderd samenzijn. Hoe het trillend in hun handen lag, klaar om ingekleurd te worden. Hoe ze zich vastklampten aan meer van dit, straks, later.
Hoe ze al jaren. En hoe ze daar op uitgekeken. Hoe hij zijn vinger, verwijtend. Zijn voorhoofd, haar trillende onderlip. Hoe ze dan. In ongemakkelijke stilte. Hoe de kamer zich vulde, gestaag, met zwart. Met snauwen – onnodig boos. Hoe ze elkaar verstikten, omcirkelden, langzaam inperkten tot kapot een hoofdletter had. Hoe ze elkaar afstootten, omzichtig verdronken, de woorden wogen, grijnzen staken in de puinhopen van hun samenzijn. Hoe de tijd hun voornaamste vijand bleek, en de uitputtingsslag een katalysator voor deze gedeelde eenzaamheid. Hoe het gebroken voor hun voeten lag, smekend om opgeveegd te worden. Hoe ze zich vastklampten aan nooit meer dit, straks, nadien.
5 Reacties
Ik voel de poëtische kracht. En ben er wel stil van…
Iets vertellen, gevoelens verwerken in abstractie, en ondertussen twee alinea’s spiegelwoordelarij in elkaar draaien. Daar kan ik van genieten, als dat lukt. :)
Ik vind het moeilijk iets te zeggen, maar lees je graag. Zeker dit weer.
Absoluut gelukt, ben er helemaal stil van!
Pareltje!!